Het stuk geeft energie aan het publiek en vraagt energie van de muzikanten. Maarten keek bij het componeren goed naar de verschillende mensen die bij concerten in de zaal zitten. Je kunt het stuk dan ook in allerlei verschillende bezettingen spelen. Als jeugdorkest of met beginnende muzikanten, basisschoolleerlingen, slagwerkgroepen en het publiek. Samen spelen met een volwassenenorkest kan ook!

Basisschoolleerlingen kunnen het stuk met minimale voorbereiding spelen. Door hun stem, lichaam en materialen zoals emmers te gebruiken. En het publiek doet met hen mee!

Aan het begin van het stuk (letter B in de partituur) is er een vraag-antwoordspel tussen de leerlingen en het publiek in de zaal. De leerlingen en hun begeleider doen voor wat het publiek moet doen, het publiek doet het na. Zo maken ze samen muziek.

In de compositie zitten tuttipassages en is ruimte voor individuele groepen, zodat iedereen goed te horen is. Als je naar de partituur kijkt, is letter de D hiervan een goed voorbeeld. Het geeft de ruimte om het melodisch slagwerk goed te laten horen. Mocht jouw vereniging geen slagwerkgroep hebben, vind je in de compositie cue-notes zodat je het alsnog met je orkest kunt uitvoeren.

Je kunt het stuk ook uitvoeren in een kleine bezetting. Daarvoor zijn de vier flex-partijen. Als je deze partijen samen met de drumpartij speelt, heb je de belangrijkste noten van het stuk. Deze flex-partijen zou je ook kunnen bekijken als je twijfelt over het bereik van je orkestleden.

Veel plezier met het werken aan, en het uitvoeren van Kapa-Kapa!

Full Scores

Partijen